MGR Werkbedrijf/IRVN
WerkBedrijf
Vanaf 2024 is een nieuw regionaal arbeidsmarktbeleidskader van kracht: ‘Klaar voor nieuwe kansen!’. Belangrijkste inhoudelijke verandering vanaf dat jaar is dat uitvoering gegeven wordt aan een dienstverlening die vooral gericht is op mensontwikkeling. Niet langer de ondernemers met diens vraag naar werk staat centraal, maar de kandidaat die werk zoekt is bepalend voor de aard, de intensiteit en de duur van de dienstverlening. Ook willen gemeenten meer samenwerken met andere netwerkpartners rond een kandidaat, zoals hulpverlenende partijen en in de regio meer de krachten te bundelen van allerlei arbeidsmarktinitiatieven vanuit de overheid, onderwijs en ondernemers (de drie O’s, ook wel de triple helix genoemd). Zij samen bepalen de bewegingen op de arbeidsmarkt.
Inhoudelijk
De bijstandspopulatie(inwoners die een Participatiewet-uitkering ontvangen) is de afgelopen jaren veranderd. In 2024 zien we deze groep in Nijmegen, na enkele jaren een daling gezien te hebben, bovendien licht toenemen (+3,98% %). De mensen die nu nog werkzoekend zijn, hebben meer nodig om bemiddeld te kunnen worden naar werk: meer interventies, meer aandacht, meer tijd. Mensen die ‘gemakkelijk plaatsbaar’ waren, hebben in de huidige krappe arbeidsmarkt een baan gevonden. WerkBedrijf heeft vrijwel uitsluitend te maken met mensen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Daarnaast is er een deel van de bijstandspopulatie dat niet meer kan werken om uiteenlopende redenen en niet wordt verwezen naar WerkBedrijf. Zij krijgen zorg of andere ondersteuning.
De redenen voor de veranderde positie van bijstandsgerechtigden zijn onder andere de veranderingen in werkgelegenheid (andere eisen werkgever door m.n. technologische ontwikkelingen), een toegenomen arbeidsmobiliteit (werkenden veranderen gemakkelijker van baan) en de vergrijzing van de beroepsbevolking (meer vraag dan aanbod). Er is dus zowel een kwalitatief als een kwantitatief knelpunt.
Aan de vraagkant is merkbaar dat werkgevers geen grenzeloos ‘adoptievermogen’ hebben voor onze kandidaten. Vanwege personeelstekorten in vrijwel alle sectoren is de tijd en capaciteit om nieuwe collega’s goed in te werken en blijvend te begeleiden, beperkt.
Dat alles zet de uitstroomresultaten van WerkBedrijf onder druk. De resultaten over 2024 zijn op het moment van schrijven nog niet bekend, maar -afgaand op de resultaten in het eerste halfjaar- waarschijnlijk iets beter dan in 2023 (toen deze achterbleven bij de doelstellingen). In de jaarrekening van de MGR over 2024, die gemeenten voor 1 april 2025 van de MGR ontvangen, zal dit duidelijk worden.
Vanwege genoemde ontwikkelingen die ook in 2025 zullen spelen, hebben we in het Beleidskader 2024-2027 ‘Klaar voor nieuwe kansen!’ afgesproken de dienstverlening aan kandidaten te intensiveren.
Financieel
Budgetbepaling vanaf 2025
Sinds 2023 is de rijksfinancieringssystematiek van het Participatiebudget (het budget dat bedoeld is voor de re-integratie van de bijstandspopulatie) veranderd. Tot 2023 konden we dit budget herleiden uit het Gemeentefonds. Vanaf 2023 is dit niet meer het geval. Door bureau Berenschot is op verzoek van het ministerie van Szw een rekentool ontwikkeld, die gemeenten kunnen gebruiken om de omvang van het ‘oorspronkelijke’ Participatiebudget te bepalen. Na een lange periode van bestuurlijk overleg in de regio is medio 2023 overeenstemming bereikt over de hantering van de rekentool vanaf 2025 om de hoogte van het Participatiebudget te bepalen. Tot 2025 gingen we uit van het laatst bekende (geïndexeerde) Participatiebudget. De circulaires in 2025 zullen meer duidelijkheid geven over de werkelijke omvang van het budget 2025. Het budget fluctueert vanwege de periodieke actualisatie van de maatstaven/indicatoren in de systematiek. Nadeel van de nieuwe systematiek is dat gemeenten pas via de septembercirculaire van jaar t op de hoogte zijn van het definitieve budget voor jaar t. Dat maakt dat de MGR voor jaar t het Participatiebudget begroot op basis van de septembercirculaire van het jaar T-1.
Dat heeft ertoe geleid dat het Algemeen Bestuur eind 2024 heeft besloten een Bestemmingsreserve risico’s Participatiebudget in te stellen. Deze reserve vangt jaarlijkse schommelingen op, waardoor gemeenten tussentijds zo min mogelijk geconfronteerd worden met tekorten die zij moeten aanvullen.
Bestemmingsreserve risico’s Participatiebudget
De fluctuaties in het Participatiebudget hebben ertoe geleid dat de MGR eind 2024 het voorstel aan het bestuur heeft gedaan om een Bestemmingsreserve risico’s Participatiebudget in te stellen. Het Algemeen Bestuur van de MGR heeft daarvoor de Nota Reserves en Voorzieningen vastgesteld. Een reserve kan gevormd en opgebouwd worden door overschotten van het Participatiebudget in enig jaar. Tekorten op het Participatiebudget (als die blijken uit de definitieve budgetten in de septembercirculaire) kunnen worden gedekt uit de reserve. De omvang van de bestemmingsreserve is gemaximeerd op 10% van het regionale budget o.b.v. Berenschotrekentool.
Bij besluitvorming rond de reserve zijn de gemeenten altijd aan zet. Met andere woorden: iedere dotatie en onttrekking moeten worden voorgelegd aan DB en AB. Uit de jaarrekening 2024 zal blijken of er een overschot dan wel een tekort is en of er consequenties zijn voor de reserve.
Taakstellende bezuiniging WerkBedrijf vanaf 2025
Gemeenten hebben in de financiële paragraaf van het Beleidskader 2024-2027 vastgelegd dat WerkBedrijf vanaf 2025 jaarlijks een taakstellende, regionale bezuiniging opgelegd krijgt van € 1,2 mln. op het Participatiebudget. Gemeenten zijn hiermee vooruit gelopen op de bezuiniging van het rijk op het gemeentefonds vanaf 2026. We hebben hierbij het voorbehoud gemaakt dat wanneer het rijk een korting doorvoert op het beschut werk-budget, de regionale bezuiniging met dat bedrag wordt verlaagd. Het ziet er nu naar uit dat het rijk deze korting pas effectueert vanaf 2026. De regionale bezuiniging wordt in 2025 naar verwachting dan ook doorgevoerd.
IRVN
In 2024 is afsprakenkader functioneel beheer weer geactualiseerd en zijn we de veranderende taakverdeling die we voorzien door de toekomstige Cloud ontwikkeling en verSaaSing van onze bedrijfsapplicaties aan het herijken op dit toekomstbeeld. In 2024 zijn we gestart met de regionale Cloud strategie te ontwikkelen samen met de andere regiogemeenten, die hier richting aan gaat geven in 2025 en daarna.
De verwerkersovereenkomst met iRvN is actueel en we werken toe naar een nieuwe producten- en dienstencatalogus in 2025. Daarom hebben we die in 2024 niet fundamenteel herijkt. Deze nieuwe catalogus gaat meer passen op de doorontwikkeling van de organisatie iRvN zoals vorig jaar is ingezet. Deze richt zich op verder professionalisering en streven om van reactief naar pro-actieve dienstverlening te gaan.
Belangrijkste inhoudelijke ontwikkeling is de tenant scheiding geweest en de start van gebruik MS365 voor meer functionaliteiten dan alleen videobellen (in 2024 zijn toegevoegd Teams, sharepoint, onedrive).
De tenant scheiding van 1 naar 9 omgevingen is voor iRvN een groter project gebleken dan vooraf kon worden voorzien door de complexiteit.
Deze extra werkzaamheden levert enige uitloop op van de planning van het meerjarige veiligheidsprogramma. Directie iRvN geeft aan dat we veilig blijven, maar we samen ook hard moeten blijven werken aan bijblijven met alle nieuwe ontwikkelingen als BIO/NIS2 vereisten, naast voorkomen van cybercriminaliteit.
De werkzaamheden voor de nieuwe zogenaamde TPM-certificering (belangrijk voor accountantsverklaring rechtmatigheid) ligt op koers en in 2024 is weer een gezamenlijke Hackaton met studenten georganiseerd.
Daarnaast zijn de afgesproken KPI’s voor veiligheid en privacy in 2024 gerapporteerd aan en besproken met de Raad, terwijl via een amendement hierop de zienswijze op de informatievoorziening is aangevuld. In 2025 wordt daarover de eerste rapportage voorzien.
De arbeidsmarktkrapte blijft iRvN op bepaalde onderdelen van de organisatie zorgen geven (m.n. aantal hoog specialistische functies), hoewel op andere aspecten er voldoende medewerkers gevonden kunnen worden. Dit jaar is duidelijk geworden met de start van de verdere gebruikmaking van de MS365 omgeving dat extra structurele werving van functioneel beheer nodig is om zowel aan functionaliteit, veiligheid als ook onze gewenste informatiehuishouding een bijdrage te kunnen leveren.