Paragrafen

Onderhoud kapitaalgoederen

Onderwijshuisvesting

Doel
We hebben voor kinderen en jongeren duurzame, moderne en toegankelijke onderwijsgebouwen.
Beleidskader
Doordecentralisatie (DDC) onderwijshuisvesting

In 2008 is de zorg voor onderwijshuisvesting van het primaire en voortgezet onderwijs met alle bijbehorende middelen en verantwoordelijkheden, onder voorwaarden, voor onbepaalde tijd overgedragen van de gemeente aan de schoolbesturen (doorcentralisatie onderwijshuisvesting).
Herijking
Bij de evaluatie van de doordecentralisatie in 2015 kwamen we met de schoolbesturen overeen een herijking te doen. Medio 2016 is deze herijking bevestigd met de ondertekening van de (nieuwe) overeenkomst, genaamd de geconsolideerde DDC-overeenkomst, door alle betrokken schoolbesturen. Eén van de afspraken nl. het streven om 70 % van de schoolgebouwen te vernieuwen en 30% te renoveren, is aangepast. Dit werd 55% nieuwbouw op een andere locatie en 45% renovatie of nieuwbouw op dezelfde locatie in het jaar 2048. Door deze bijstelling zal nieuwbouw van schoolgebouwen meer dan voorheen op de huidige locaties gebeuren.
In 2023 is er een nieuwe evaluatie doordecentralisatie afgerond. Om te voldoen aan het gewenste tempo van renovatie en nieuwbouw zijn meer middelen noodzakelijk. Dit is een landelijk issue waarvoor in 2023 veel aandacht bij het Rijk is gevraagd. Ook in het coalitieakkoord is volop ingezet op deze landelijke lobby om extra middelen te verkrijgen. Vooralsnog blijven aanvullende middelen uit vanuit het Rijk. De evaluatie heeft er wel toe geleid dat we samen met de Nijmeegse schoolbesturen aanvullende afspraken hebben gemaakt in een addendum op de bestaande doordecentralisatieovereenkomst én nieuwe convenant prestatieafspraken hebben gemaakt. Hiermee is het kader voor spreiding van het primair onderwijs verruimd en het ambitieniveau op nieuwbouw/renovatie verlaagd. Daarmee is de doordecentralisatie onderwijshuisvesting voor de komende vijf jaar weer toekomstbestendig.

Realisatie van afspraken met schoolbesturen
Tot en met 2024 is het volgende gerealiseerd:

  • nieuwbouw op een andere locatie: 25,3%;
  • renovatie of nieuwbouw op een bestaande locatie: 43,2%.

Totaal is dat 68,5%. Daarmee liggen we ruim op koers met het ambitieniveau van de geconsolideerde doordecentralisatie-overeenkomst om binnen 40 jaar alle doorgedecentraliseeerde scholen te vernieuwen. Doordat de financiële middelen vanuit het Rijk achterblijven is de verwachting dat de vernieuwing zal vertragen.

Ons streven met doordecentralisatie
In de bestaande stad zijn vrijwel alle onderwijsvoorzieningen doorgedecentraliseerd. In 2024 ontvingen 92,1% van de leerlingen onderwijs in doorgedecentraliseerde schoolgebouwen. Het streven is dat dit geldt voor alle leerlingen. Het percentage ligt in 2024 iets lager dan voorgaande jaren. De onderliggende reden daarvoor is met name de groei van het aantal leerlingen in 2024 bij basisschool Hidaya, Aloysius en de leerlingen van Pontem 2. Dit zijn niet-doorgedecentraliseerde scholen.

Niet-doorgedecentraliseerd
Drie schoolbesturen in de bestaande stad, te weten de Stichting Simonscholen, Aloysius (voorheen Kristallis) en de Stichting Speciaal Onderwijs Tarcisiusschool, zijn niet doorgedecentraliseerd. We zijn met deze drie besturen in gesprek over een toekomstbestendig scenario van de schoolgebouwen en de mogelijkheid om alsnog door te decentraliseren.
De basisscholen Het Kleurrijk en Petrus Canisius zijn deels doorgedecentraliseerd. Het schoolbestuur huurt ruimte voor deze scholen in wijkcentrum ’t Hert in Willemskwartier en het Citycomplex aan het St. Stevenskerkhof.
In Nijmegen-Noord zijn De Oversteek en Het Talent niet doorgedecentraliseerd. 
De nieuwe school in Hof van Holland, genaamd Noorderstroom, wordt niet doorgedecentraliseerd vanwege het risico op schommelingen in leerlingaantallen. De doordecentralisatievergoeding is nl. gebaseerd op het aantal leerlingen. Bij grote schommelingen in leerlingenaantallen is de financiering van de school te onzeker.

Financiële consequenties en vertaling in de begroting
Het totale begrotingsbudget voor onderwijshuisvesting bedroeg in 2024 per saldo 19,1 miljoen euro. Daarvan is 19,2 miljoen euro gerealiseerd. Het nadeel van 0,1 miljoen euro wordt voornamelijk verklaard door het ISK-onderwijs aan Oekraïners. Voor deze kosten waren geen middelen beschikbaar/geraamd.

Deze pagina is gebouwd op 04/16/2025 11:52:46 met de export van 04/16/2025 09:54:02